Wij – en hiermee bedoel ik ouders, docenten, schoolleiders, politici, beleidsmakers, onderwijsontwikkelaars, onderwijsonderzoekers en zo verder – worden dagelijks overspoeld met berichten over wat mis is met het onderwijs. Vaak worden die berichten ook voorzien van ‘nieuwtjes’ over hoe men denkt deze problemen op te lossen of hoe het onderwijs verbeterd kan/moet worden. Aan ‘goede bedoelingen’ is er geen tekort. Maar soms merk je als je er goed over nadenkt dat de meningen, hoewel vaak logisch klinkend, elkaar tegen spreken of zelfs pure onzin zijn. En hierin ligt het probleem. Het gaat meestal over meningen van mensen en niet over bewijs, en als er bewijs gegeven wordt, is het vaak geen wetenschappelijk bewijs (zie Ton Derksen over het verschil tussen alledaagse waarheidsvinding en wetenschappelijke waarheidsvinding).

Mark Twain zei ooit: In religie en de politiek, komen de meningen en overtuigingen van mensen vooral uit de tweede hand en worden zonder inspectie overgenomen van andere ‘autoriteiten’ die op hun beurt zelf ook zonder inspectie overgenomen zijn van andere non-inspecteurs wiens meningen geen stuiver waard waren.

Helaas lijkt deze uitspraak evengoed te gelden als het over leren en/of onderwijs gaat. Dit zal in deze voordracht geïllustreerd worden aan de hand van drie hardnekkige broodje-aap-verhalen, te weten dat:

  1. mensen, en in het bijzonder adolescenten en kinderen (zgn. digital natives/homos zappiëns), kunnen multitasken;
  2. kinderen kunnen hun eigen leren sturen en reguleren; en
  3. kennisverwerving is niet meer nodig want deze wonderlijke wezens intelligent met ICT kunnen omgaan, daardoor hun tijd verspillen omdat kennis “even houdbaar is als verse vis” en bovendien “het staat allemaal op het internet”.

Aan de hand van deze mythes, meent men (zie de lijst van ‘wij’ waarmee ik begon) dat het onderwijs ingericht c.q. veranderd moet worden. Deze verhalen verspreiden zich als een lopend vuur door de maatschappij maar zijn helaas niet op wetenschap gebaseerd. Wat zegt de wetenschap?

Paul A. Kirschner

Paul Kirschner is hoogleraar Onderwijspsychologie en Universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor of Education met speciaal nadruk op Leren en Interactie in Docenteducatie aan de University of Oulu, Finland. Kirschner was president van de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is expert op het terrein van een onderwijsontwerp en leerprocessen, leven-lang-leren, ontwikkeling van interactie in het leren en onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL) en assessment. Kirschner is (co-)auteur van vele wetenschappelijke publicaties, columns in verschillende media en onder andere de volgende boeken: Visualizing ArgumentationTen Steps to Complex LearningWhat We Know about CSCL en Urban Legends about Learning and Education.