Dr. Hanke Korpershoek

GION Onderwijs/Onderzoek, Rijksuniversiteit Groningen

Sessie

Binding met school: verschillen tussen leerlingen en de rol van de school

Schoolbinding beschrijft de connecties die leerlingen voelen met hun school. Binding met school wordt door Goodenow (1993) omschreven als “de mate waarin leerlingen zich persoonlijk geaccepteerd, gerespecteerd, geïncludeerd en ondersteund voelen door anderen op school” (p. 80). Een gevoel van verbondenheid wordt gezien als een van de basisbehoeften van leerlingen, naast gevoelens van competentie en autonomie. Een hoge mate van schoolbinding hangt positief samen met bijvoorbeeld de motivatie van leerlingen en hun schoolprestaties. Ook vertonen leerlingen die zich verbonden voelen met de school minder probleemgedrag dan leerlingen die geen sterke band hebben met school. Aan de hand van wetenschappelijk onderzoek naar dit onderwerp gaan we in gesprek over de volgende vragen. Welke factoren verklaren waarom de ene leerling zich sterker verbonden voelt met school dan de ander? Hoe kunnen we de schoolbinding van leerlingen bevorderen? Welke rol spelen leraren hierin? Wat zijn goede voorbeelden en initiatieven om hiermee aan de slag te gaan op uw eigen school?

Meer info

Bio

Hanke Korpershoek (1982) volgde de Pabo aan de Hanzehogeschool Groningen en studeerde Onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Momenteel is zij als universitair hoofddocent verbonden aan het GION Onderwijs/Onderzoek instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij is programmacoördinator van de Academische Pabo en verzorgt tevens onderwijs voor de Academische Pabo en de Master Onderwijskunde. Haar onderzoek richt zich op de motivatie, betrokkenheid, talentbenutting en het studiekeuzegedrag van leerlingen, de aansluiting tussen basis- en voortgezet onderwijs en de inrichting van de onderbouw in het voortgezet onderwijs.

Downloads

slides 2018 (Nederlands) 

Korpershoek REDAdam18 (435.8 KiB)

slides 2017 (ppx) 

(on)gemotiveerde Leerlingen (378.4 KiB)

Archief

Amsterdam 2017

“(On)gemotiveerde leerlingen: terug naar de basis van (willen) leren”

Leerlingen moeten vrijwel ELKE DAG iets nieuws leren. We gaan daarom terug naar de basis van het willen leren. Waarom zouden leerlingen eigenlijk willen leren? Sommigen willen de lesstof begrijpen, anderen zijn tevreden met een goed cijfer, en weer anderen zijn – om uiteenlopende redenen – helemaal niet gemotiveerd om te leren. De hamvraag is hoe al deze verschillende leerlingen in de dagelijkse lespraktijk gestimuleerd kunnen worden om gemotiveerd aan de slag te gaan. We staan stil bij de verschillende redenen om wel of niet te willen leren en bij de ‘triggers’ die motivatie en betrokkenheid bij leerlingen kunnen beïnvloeden, zoals het opwekken van nieuwsgierigheid en het creëren van een leer-omgeving.

Amsterdam 2018

Nieuwsgierigheid als stimulans om te leren

Piaget (1952) stelt dat kinderen van nature nieuwsgierig zijn. Zij verkennen de wereld om hen heen stap voor stap, vertonen explorerend gedrag vanuit hun eigen initiatief, maar worden ook door hun sociale omgeving hiertoe gestimuleerd. Deze stimulans, het oproepen van nieuwsgierigheid, krijgt aandacht vanuit het onderwijsveld, vanuit de gedachte dat een nieuwsgierige leerling een gemotiveerde leerling is. Een nieuwsgierige leerling stelt vragen, gaat op zoek naar antwoorden, en heeft daardoor een actievere werkhouding dan leerlingen die minder nieuwsgierig zijn. Nieuwsgierigheid speelt een belangrijke rol in het leerproces en draagt bij aan het vasthouden van aandacht en daarmee aan de motivatie van leerlingen. In deze workshop staan we stil bij de volgende vraagstukken: Wat is nieuwsgierigheid eigenlijk? Kun je nieuwsgierigheid opwekken bij leerlingen? En hoe doe je dat dan?