Onderwijs en identiteitsontwikkeling. Na een schrale periode, waarin de nadruk lag op opbrengsten en presteren,  lijken politici, wetenschappers en leraren het de laatste tijd eens te zijn over het belang van persoonsvorming en identiteitsontwikkeling als doelen voor het onderwijs. Maar wat bedoelen we daar precies mee? En hoe werk je aan zulke doelen? In deze sessie presenteert Monique Volman een perspectief op de rol van onderwijs in de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren. Vanuit dat perspectief versterken cognitieve onderwijsdoelen, socialisatie en persoonsvorming elkaar, in plaats van dat ze met elkaar concurreren. Met de aanwezigen verkent ze hoe onderwijs op een positieve manier kan bijdragen aan identiteitsontwikkeling en in het bijzonder aan het ontwikkelen van positieve leeridentiteiten.

Monique Volman

Monique Volman is onderzoeksleider  bij het Institute of Child Development and Education (CDE) aan de Universiteit van Amsterdam.  Haar belangrijkste onderzoeksvelden zijn:  onderwijsomgevingen voor betekenisvol leren, diversiteit en het gebruik van ICT in het onderwijs. Deze onderwerpen benadert ze vanuit een sociaal-cultureel perspectief. Zij beoogt met haar werk een brug te bouwen tussen onderwijskundige theorie en de onderwijspraktijk door docenten en onderzoekers bij elkaar te brengen en gezamenlijk onderwijsinnovaties te ontwerpen en te onderzoeken op basis van de onderwijskundige theorie.

Van het boek ‘Expliciete Directe Instructie’ (EDI) werden in 9 maanden meer dan 7.000 exemplaren verkocht. In deze workshop maakt u kennis met de belangrijkste technieken uit het boek. Deze zijn bovendien direct toepasbaar zijn in uw eigen dagelijkse lespraktijk. EDI brengt al uw leerlingen stapsgewijs naar beheersing van de leerdoelen en laat hen zo succes ervaren: ‘Ik kan het!’ De leerkracht geeft kwalitatief hoogwaardige instructie en controleert door het stellen van veel vragen voortdurend of alle leerlingen het begrijpen. Er wordt denktijd geboden, leerlingen mogen overleggen en er worden willekeurige beurten gegeven. Alle leerlingen worden actief betrokken en dit ziet u terug in de motivatie en leeropbrengsten van uw leerlingen. Meer weten? Neem alvast een kijkje op directeinstructie.nl

Marcel Schmeier

Marcel Schmeier is onderwijsadviseur taal en rekenen en heeft ruime ervaring als leerkracht en intern begeleider in het speciaal en regulier basisonderwijs. Hij weet als geen ander de theorie op een inspirerende wijze te vertalen naar de dagelijkse praktijk in de klas: “Werken aan onderwijskwaliteit doe je door het primaire proces te verbeteren: het lesgeven, en dan met name de instructie.”

Marcel is bekend van het boek ‘Expliciete Directe Instructie: tips en technieken voor een goede les’ en zijn vele praktische publicaties in verschillende onderwijsvakbladen. Ook onderhoudt hij de websites onderwijsgek.nl en directeinstructie.nl. Op Twitter is Marcel actief onder de naam @Onderwijsgek

Wij – en hiermee bedoel ik ouders, docenten, schoolleiders, politici, beleidsmakers, onderwijsontwikkelaars, onderwijsonderzoekers en zo verder – worden dagelijks overspoeld met berichten over wat mis is met het onderwijs. Vaak worden die berichten ook voorzien van ‘nieuwtjes’ over hoe men denkt deze problemen op te lossen of hoe het onderwijs verbeterd kan/moet worden. Aan ‘goede bedoelingen’ is er geen tekort. Maar soms merk je als je er goed over nadenkt dat de meningen, hoewel vaak logisch klinkend, elkaar tegen spreken of zelfs pure onzin zijn. En hierin ligt het probleem. Het gaat meestal over meningen van mensen en niet over bewijs, en als er bewijs gegeven wordt, is het vaak geen wetenschappelijk bewijs (zie Ton Derksen over het verschil tussen alledaagse waarheidsvinding en wetenschappelijke waarheidsvinding).

Mark Twain zei ooit: In religie en de politiek, komen de meningen en overtuigingen van mensen vooral uit de tweede hand en worden zonder inspectie overgenomen van andere ‘autoriteiten’ die op hun beurt zelf ook zonder inspectie overgenomen zijn van andere non-inspecteurs wiens meningen geen stuiver waard waren.

Helaas lijkt deze uitspraak evengoed te gelden als het over leren en/of onderwijs gaat. Dit zal in deze voordracht geïllustreerd worden aan de hand van drie hardnekkige broodje-aap-verhalen, te weten dat:

  1. mensen, en in het bijzonder adolescenten en kinderen (zgn. digital natives/homos zappiëns), kunnen multitasken;
  2. kinderen kunnen hun eigen leren sturen en reguleren; en
  3. kennisverwerving is niet meer nodig want deze wonderlijke wezens intelligent met ICT kunnen omgaan, daardoor hun tijd verspillen omdat kennis “even houdbaar is als verse vis” en bovendien “het staat allemaal op het internet”.

Aan de hand van deze mythes, meent men (zie de lijst van ‘wij’ waarmee ik begon) dat het onderwijs ingericht c.q. veranderd moet worden. Deze verhalen verspreiden zich als een lopend vuur door de maatschappij maar zijn helaas niet op wetenschap gebaseerd. Wat zegt de wetenschap?

Paul A. Kirschner

Paul Kirschner is hoogleraar Onderwijspsychologie en Universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit. Hij is ook Visiting Professor of Education met speciaal nadruk op Leren en Interactie in Docenteducatie aan de University of Oulu, Finland. Kirschner was president van de International Society of the Learning Sciences (ISLS) en is lid van de Wetenschappelijk Technische Raad van SURF. Hij is expert op het terrein van een onderwijsontwerp en leerprocessen, leven-lang-leren, ontwikkeling van interactie in het leren en onderwijs, computerondersteund samenwerkend leren (CSCL) en assessment. Kirschner is (co-)auteur van vele wetenschappelijke publicaties, columns in verschillende media en onder andere de volgende boeken: Visualizing ArgumentationTen Steps to Complex LearningWhat We Know about CSCL en Urban Legends about Learning and Education.

Onderwijs en onderzoek zijn vaak twee gescheiden werelden. Om de kloof tussen theorie en onderwijspraktijk te overbruggen moeten we anders gaan nadenken over het doen van onderzoek. Netwerktheorie helpt ons om op een andere manier naar onderzoek te kijken en slimme manieren te vinden om onderzoekskennis te ontwikkelen, delen en gebruiken in de onderwijspraktijk.

Frank Cornelissen

Zijn voornaamste  onderzoeksvelden zijn het ontwikkelen, delen en gebruiken van op onderzoek gebaseerde kennis in scholen; leiderschap van docenten; onderzoek door docenten; professionalisering van docenten. Voorheen werkte hij als onderwijzer, consultant, lector, onderzoeker en senior beleidsadviseur bij de onderwijsraad. Frank is de initiatiefnemer van een petitie om docenten (gratis) toegang te geven tot onderwijskundig onderzoek.

Hoe kan de kloof tussen onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk worden overbrugd?  Na een korte uiteenzetting van oorzaken van de kloof en de mogelijke oplossingsrichtingen worden concrete casussen beschreven van manieren waarop onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk kunnen worden verbonden. Vervolgens wordt een casus verder uitgediept. Deze casus betreft een onderzoek naar afstudeeronderzoek van studenten van een universitaire pabo. De casus maakt duidelijk dat de samenwerking tussen school en opleiding op uiteenlopende wijze kan worden vormgeven, en dat dit ook resulteert in verschillende opbrengsten. Met de deelnemers wordt nagegaan hoe de opbrengsten zouden kunnen worden geoptimaliseerd. De workshop wordt verzorgd door Hein Broekkamp, Marco Snoek, Judith Bekebrede, Fadie Hanna, Hester Edzes en Theun Creton.

Extra info (pdf): Icon of Broekkamp-handout Pdf Broekkamp-handout Pdf (72.8 KiB)

Hein Broekkamp

Hein Broekkamp heeft zich op uiteenlopende wijze bezig gehouden met de relatie tussen onderzoek en de onderwijspraktijk. In 2006 publiceerde hij samen met Bernadette van Hout-Wolters “De kloof tussen onderwijsonderzoek en de onderwijspraktijk: een overzichtsstudie van problemen, oorzaken en oplossingen” (Kohnstamm kennisreeks). Als onderzoeker en docent bij de programmagroep Onderwijskunde van de Universiteit Utrecht was hij betrokken bij de oprichting van de eerste academische pabo. Van 2010-2014 was hij werkzaam als docent en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was daar als onderwijsdirecteur verantwoordelijk voor de bacheloropleidingen pedagogiek, onderwijskunde en de universitaire pabo. Sinds januari 2015 werkt hij als stafmedewerker bij de Onderwijsraad. Op de ResearchEd verzorgt Hein Broekkamp een workshop samen met zijn voormalige collega’s van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam: Marco Snoek, Judith Bekebrede, Fadie Hanna, Hester Edzes en Theun Creton.